Reisimpressies (5)
Het Dublin Writers'
Museum en het James Joyce Center Dat Dublin een stad is van letters en letteren is meteen te zien in het straatbeeld, waar familienamen als Mac O'Brian en McGallaghers in veelvormige kalligrafie de gevels sieren. Op iedere straathoek is er wel een tegel of een standbeeld dat verwijst naar James Joyce, George Bernard Shaw of William Butler Yeats. We bezochten dan ook het Dublin Writers' Museum, gelegen aan Parnell Square en gehuisvest in een statig herenhuis in georgeaanse stijl met op de bovenverdieping prachtig verguld stucwerk van Michael Stapleton. Hier kregen we een overzicht van de Ierse literatuur van de eerste Gaelicvertaling van het oude testament tot de Ierse Renaissance die begint aan het einde van de 19de eeuw. In de jaren tachtig ontstond onder impuls van een aantal jonge intellectuelen een hernieuwde belangstelling voor het Gaelic, de nationale taal van Ierland. Daarvoor waren Ierse auteurs zoals Goldsmith en Oscar Wilde opgenomen in de Engelse culturele en literaire evolutie. Een nieuw Iers zelfbewustzijn groeide vooral binnen de theatermiddens, waar Lady Gregory de spilfiguur was die Ierse auteurs inspireerde om zich af te zetten tegen het Ibsenisme. "The playboy of the western world" van J.M. Sygne betekende in 1907 dan ook de start van een nieuwe originele richting die echter niet in de smaak viel van de toenmalige nationalistische en katholieke Ieren. Een mengeling van klucht, dramatiek en groteske met werken zoals "The shadow of the glen", "The well of the saints" en "Deirdre of the sorrows". Het werk van de Dubliner Sean O'Casey werd opgevoerd in het Abbey Theatre dat onder de leiding stond van Yeats en Lady Gregory, maar na het schandaal dat O'Caseys toneelstuk "The plough and the stars" verwekte, moest hij in ballingschap naar Engeland waar hij een militant communist werd. O'Casey ging te keer tegen taboes zoals het nationalisme, de kerk en de oorlog en verwoordde zijn liefde voor de mensheid op een passionele manier. (Werken o.a.: "Red roses for me", "Cockadoodle dandy", "The drums of father Ned".) Brendan Behans alcoholisme en zijn anarchistische levenswandel maakten een vroegtijdig einde aan zijn leven, maar hij wordt inmiddels als een van de grootste talenten van het Engelstalig toneel beschouwd. Behan verbleef negen jaar in een strafinrichting, zijn bekendheid dankt hij aan twee stukken die de absurditeit van het gevangenissysteem beschrijven en oorspronkelijk in het Gaelic verschenen. (Werken o.a.: "The square fellow", "The hostage", "Borstal Boy".) Het Writers' Museum bewaart in zijn collectie een gehavende typmachine die tijdens een woedeaanval van Behan door het venster werd gekeild, naast een aantal andere prullaria zoals tabaksdozen, pijpen en pennen. Naast manuscripten en eerste drukken zien we er talrijke foto's van de kring rond Lady Gregory en het Abbey Theatre. De eerste gedichten van W.B. Yeats zijn nog doordrongen van romantiek en esthetisme volgens de Engelse traditie, maar in een reactie hierop ontstond een eigen symbolisme onder invloed van de Franse symbolisten en de studie van Arthur Symons: "The Symbolist Movement in Literature". (Werken o.a.: "Wind among the reeds", "The Countess Cathleen", "The tower".)
WHEN YOU ARE OLD When you are old and grey and full of sleep, How many loved your moments of glad grace, And bending down beside the glowing bars, (William Butler Yeats)
Oscar Wilde - een tot de verbeelding sprekende dandy - wees met veel brio en humor de puriteinse onverdraagzaamheid af en vroeg begrip voor andersdenkenden. Hij wordt vandaag tot een van de modernen gerekend, al stierf hij reeds in 1900. Naast toneel schreef Wilde ook proza. (Werken o.a.: "The picture of Dorian Gray", "An ideal husband", "A woman of no importance".) George Bernard Shaw, een anarchistisch socialist, diende vooral de arbeidersbeweging. Zijn dialogen waren scherp en vonden weerklank bij zijn tijdgenoten, maar van zijn literaire werk blijft alleen "Candida" over. Samuel Beckett was als Ier geboren in Dublin maar verbleef vooral in Parijs, waar hij o.a. secretaris was van James Joyce. Aanvankelijk schreef hij essays en romans in het Engels en in het Frans, maar kwam later ook tot toneelwerk, met het revelerende stuk "Waiting for Godot". Hij stelde de menselijke wanhoop centraal tegenover het grote 'Niets'. Dit metafysische nihilisme is tot het uiterste doorgedreven in "Krapp's last tape". (Werken o.a.: "Waiting for Godot", "Endgame", "Mercier et Camier".) James Joyce is een Dubliner, maar zijn werk gaat alle grenzen ver te boven. Hij is een van de belangrijkste auteurs van de Europese literatuur. Gigantische werken zijn "Ulysses" en "Finnegan's Wake". Voor meer informatie over Joyce gaan we naar het nabijgelegen James Joyce Center. Waarschijnlijk meer dan enig ander schrijver put Joyce voor zijn personages uit zijn eigen omgeving en de ervaringen uit zijn jeugd. Joyce groeide op in een comfortabele middle-class omgeving in de begoede buurt aan de zuidkant van Dublin. Hij ging er naar Conglowes Wood College bij de jezuïeten waarvan hij achteraf zou zeggen dat hij van hen geleerd had de dingen zo te regelen dat het gemakkelijk was te overleven en te oordelen. Zijn vader was een stevige drinker en werd werkloos, waarna de welstand van de familie drastisch verminderde en ze moesten verhuizen naar de Noordkant aan de andere zijde van de Liffey. Joyce studeerde verder aan het Belvedere College en de University College en werd Bachelor of Arts. Daarna ging hij zonder veel overtuiging in Parijs geneeskunde studeren. In "A Portrait of the Artist as a Young Man" beschreef hij de persoonlijke crisis uit zijn studieperiode, op seksueel en religieus gebied. Hij kwam na twee jaar terug en werd leraar op een particuliere school en op 16 juni 1904 leerde hij Nora Barnacle kennen. Deze dag werd vereeuwigd in Ulysses ("Bloomsday"). Na een zwerftocht langs Parijs, Triëst, Rome, Ierland en Pula geeft hij een poëziebundel uit die hem in contact brengt met vooruitstrevende literaire kringen die ook Ezra Pound en T.S. Eliot frequenteerden. Tijdens de oorlog gaat hij in Zwitserland wonen waar hij zeven jaar aan Ulysses werkt onder het mecenaat van Edith Rockefeller. In 1920 gaat Joyce terug in Parijs wonen tot de tweede wereldoorlog uitbreekt en hij weer naar Zurich vlucht waar hij in 1941 zal sterven tijdens een heelkundige ingreep. Joyce ligt begraven op het Flünntern kerkhof in Zürich. Werken o.a.: "Chamber music" (36 gedichten), "Dubliners", "A Portrait of the Artist as a Young Man", "Exiles", "Ulysses", "Finnegan's Wake". In het James Joyce Center is er een portrettengalerij die de personages in het oeuvre van Joyce pogen te identificeren, maar de constructies van zijn magistrale werken zijn op talloze niveau's te lezen en het blijft voor de lezer altijd een zoektocht op vele vlakken. Het James Joyce Center organiseert ook wandelingen door Dublin als een Odyssee om de situering van de episoden in Ulysses te kunnen volgen. 16 Juni wordt er Bloomsday gehouden met een "Guinness Bloomsday Breakfast", lezingen en happenings. De Dubliners koesteren hun schrijvers als nationale helden. Meer informatie op www.jamesjoyce.ie. |
Auteur van deze bijdrage: Frieda Dirinck. Eindredactie:
Patrick Vanhoucke
© 1999-2000 Graduaat Bibliotheekwezen en Documentaire Informatiekunde Antwerpen
© 1999-2000 HTML-versie: Patrick Vanhoucke - Deze pagina maakt deel uit van een website
met frames
URL: http://bewoner.antwerpen.be/gbdi/dublin/
- Laatste wijziging van deze deelpagina: 01-06-2000